Beau travail

Regie: 
Claire Denis
Cast: 
Denis Lavant, Michel Subor & Grégoire Colin
Jaar: 
1999
Duur: 
92 minuten
Genre: 
Drama
Waardering: 
4 sterren

Claire Denis maakt films waarvan vaak een enkel beeld blijft hangen. Het is eerder een woestijn, zee of gezicht dat je bijblijft dan een helder te omschrijven plot of een bepaalde scène. Vanaf haar debuut CHOCOLAT zijn alle films van deze Franse regisseuse overeenkomstig wat betreft hun associatieve en beeldende karakter. Dialogen past ze spaarzaam toe, want de toeschouwer wordt uitgedaagd om zelf na te denken. Over sekseverschillen, het mannenlichaam of het koloniale verleden bijvoorbeeld.

In 2005 bracht het Filmmuseum een retrospectief van Denis met maar liefst twaalf films en documentaires. Eén van de onbetwiste hoogtepunten uit dit retrospectief is het niet eerder in Nederland uitgebrachte BEAU TRAVAIL uit 1999.

Het is een vaak bezongen en beschreven beeld: een leger in actie is als een machine, waarvan de onderdelen zichtbaar zijn, maar de constructie juist aan het zicht onttrokken. In BEAU TRAVAIL is het vreemdelingenlegioen gelegerd in het Oost-Afrikaanse land Djibouti jaren na zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1977. Het is een machine bestaande uit enkele soldaten, bijeengehouden door de dwingende structuur van de hiërarchie, en gekenmerkt door discipline.

In een voice-over vertelt sergeant Galoup (Denis Lavant) in retrospect vanuit Frankrijk dat zijn verhaal eigenlijk heel simpel is: het is het verhaal van een man die Frankrijk te lang heeft verlaten. Hij geeft aan hoe Afrika en het legioen hem zowel zijn beste jaren hebben gebracht, als ook zijn ondergang hebben veroorzaakt. Zijn legioen is een hechte groep mannen met een bijna familiale structuur. Aan het hoofd staat de oude commandant Forestier (Michel Subor), daaronder de sergeant en vervolgens een vijftiental legionairs.

Overdag trainen ze op en rondom hun kamp, en 's avonds houden ze zich op in de Afrikaanse dorpen met vrouwen en drank. De trainingen zijn in hypnotiserende, uitgebalanceerde beelden geschoten door Denis' vaste cameravrouw Agnès Godard: snel achter elkaar gemonteerde medium-shots van ontblote mannenlijven, die draaien, springen, rennen en kruipen.

Zoals in de meeste films van Claire Denis benadrukt ze ook hier de voyeuristische blik op het mannenlijf. Het toeschouwerschap is belangrijk voor Denis. In interviews legt ze vaak uit hoe ze in haar kindertijd als toeschouwer via films ontsnapte aan de realiteit van haar leven in Afrika. Haar vader werkte namelijk als koloniaal ambtenaar, waardoor ze opgegroeide in landen als Burkina Faso, Kameroen en Djibouti.

In BEAU TRAVAIL drukt Denis ontegenzeglijk op het politieke aspect van het kolonialisme door de manier waarop ze het legioen en de zwarte bevolking in beeld brengt. Het blanke, gestructureerde legioenleven speelt zich merendeels af in de felle zon, dat alles lijkt te verbleken. Het leven van de Afrikaanse bevolking wordt daarentegen veel minder bleekjes verbeeld. Steeds opnieuw zien we het geordende soldatenleven afgewisseld met warme, kleurrijke beelden van Afrikaanse vrouwen, die werken, dansen en overleven.

De Afrikaanse vrouwen lijken daardoor stilzwijgend commentaar te leveren op de blanke bewoners van hun land: doen de legionairs en alle vroegere kolonisten goed werk ("beau travail"), zoals ze dat zelf claimen, of zijn het indringers die er niets te zoeken hebben? Zijn ze allemaal gewoon te lang weggeweest uit Frankrijk, of zijn ze misschien pas te kort in Afrika?

Sergeant Galoup is getekend door dit soort twijfels van tweeslachtigheid. Hij beschouwt zichzelf als de best mogelijke legionair, maar heeft het niet tot commandant geschopt. Het beste functioneert Galoup in de dwingende structuur van de groep, maar dan moeten daar geen barstjes in zitten.

Die barsten komen in de vorm van legionair Sentain (Grégoire Colin). Om onduidelijke redenen zit Galoup met deze jonge soldaat, die bij de andere soldaten erg geliefd is, in de maag. Is het jaloezie? Hij laat slechts blijken dat Sentain 'anders' is en dat hij hem in zijn macht heeft. Het heeft verregaande gevolgen.

De barst wordt namelijk een kloof, omdat Galoup zijn identiteit ontleent aan de structuur van het legioen, welk evenwicht nu is verstoord. De bevrijding komt voor de sergeant laat, maar is overweldigend. Terugkijkend heeft hij weliswaar spijt van wie hij was, maar niet van wie hij is geworden.

Voor de kijker blijft het gedurende BEAU TRAVAIL vaak gissen naar betekenissen en onderliggende motieven. Natuurlijk helpt het als je Herman Melville's laatste roman Billy Budd hebt gelezen, waardoor Denis zich heeft laten inspireren wat betreft het conflict tussen Galoup en Sentain. Ook het bekijken van Jean-Luc Godards LE PETIT SOLDAT is betekenisgevend. In die film uit 1963 speelt Michel Subor eveneens een personage met de naam Bruno Forestier, maar dan tegen de achtergrond van de onafhankelijkheidsoorlog in Algerije.

Toch kun je die inspirerende werken ook best naast je neer leggen om Denis' beste film op waarde te schatten. Ze vuurt een serie prachtige beelden op je af, waarin je zelf betekenis zult moeten leggen. Het is een poëtische, intuïtieve vertelling, waarin ze haar vaste thematiek van seksualiteit, gender-problematiek en het koloniale verleden eerst gepast, maar uiteindelijk intens in het hoofd van de toeschouwer laat rondzingen: c'est un Claire Denis comme il faut.

 

Beau travail