Body
Een film met BODY als titel hoort natuurlijk gewoon te openen met een lijk. En dat doet ´ie ook. Een man, opgehangen aan een boom in een nondescript, Pools bos. De ultracynische, forensisch onderzoeker Janusz (Janusz Gajos) is al snel ter plaatse met een fotograaf, maar nadat zij het lijk hebben losgesneden en hun onderzoek aan het afronden zijn, zien we dat het lijk zich omdraait, opstaat en wegloopt. Een ongemakkelijk soort galgenhumor, dat de daaropvolgende anderhalf uur de dienst gaat uitmaken.
Janusz heeft thuis een dochter die lijdt aan anorexia en hem haat met alles wat ze nog overheeft. Ze houdt hem verantwoordelijk voor de dood van haar moeder en ziet zelf weinig reden om nog te leven. Als het ondoenlijk wordt om haar nog in huis te houden, laat Janusz zijn dochter opnemen in een instelling. Daar probeert psychologe Anna, een uitblinkende Maja Ostaszewska, met ongebreideld positivisme haar patiënten erbovenop te krijgen. Ze is daarnaast ook medium, en biedt haar diensten aan om Janusz in contact te brengen met zijn overleden vrouw. Hij staat daar –op zijn zachtst gezegd– niet heel positief tegenover.
Regisseuse Małgorzata Szumowska laat het mysterie toe in BODY, en suggereert vanaf de openingsscène dat er meer is tussen hemel en aarde. Aan de andere kant gaat haar film sterk over het lichamelijk sterven. Ze toont via het werk van de forensisch onderzoeker vele foto´s van echte lijken en ook de aandacht voor anorexia is natuurlijk niet zomaar gekozen. Het levert in combinatie met de ongemakkelijke galgenhumor een kleine, bijzondere film over de grens tussen leven en dood op. Jammer genoeg verslapt de aandacht teveel en slaagt Szumowska er niet helemaal in om het verhaal naar een bevredigend einde te leiden.