The Hobbit: The Desolation of Smaug
Als de abrupte cliffhanger van een film eerder als een bevrijding aanvoelt in plaats van als een donderslag bij heldere hemel, dan is er toch iets misgegaan in de twee uur daarvoor. En zeg maar gerust krappe drie uur in het geval van THE HOBBBIT: THE DESOLATION OF SMAUG. Dit tweede deel uit Peter Jacksons Hobbit-trilogie beslaat in theorie zo’n dertig pagina’s uit het boek van J.R.R. Tolkien, dat hij voor zijn legendarische The Lord of the Rings schreef. Hobbit Bilbo, dertien dwergen en tovenaar Gandalf proberen hierin dwergenkoninkrijk Erebor te heroveren op draak Smaug, een reusachtig beest met schubben zo hard als staal en een adem die dorpen in de as kan leggen.
Een pluspunt tegenover het ook al te lange voorgaande deel is dat de kinderlijke humor - à la dikke dwerg zakt door een bankje - achterwege is gelaten. De dertien dwergen fronsen hierin als nooit tevoren en daar hebben ze alle reden voor: ze worden achtereenvolgens opgejaagd door orc Azog the Defiler, metershoge spinnen, pijlschietende boselfen, nog meer orcs en uiteindelijk draak Smaug. Jackson houdt hun avontuur lineair. Wanneer het gezelschap het betoverde bos Mirkwood betreedt laat hij Gandalf letterlijk tippen: ‘Verlaat het pad nimmer, want dan zul je hoe dan ook verdwalen.’ Dit advies lijkt hij zelf ook opgevolgd te hebben voor het narratief. Waar er in LOTR drie, vier of meer verhaallijnen door elkaar liepen, moet de kijker het hier 160 minuten lang rooien met één queeste.
Het bronmateriaal van THE DESOLATION OF SMAUG is dus slechts een dun boekje, en Jackson permitteert zich veel vrijheden om ook deze adaptatie naar de negen uur te tillen. Orc Azog is slechts een kanttekening op papier, maar in de bioscoop heeft hij de hoofdrol als slechterik. Ook elf Legolas (wel in de film, niet in het boek) en elf Tauriel (compleet verzonnen) zijn aardig opvulmateriaal. Het zijn personages die de schurende en-toen-en-toenfactor uithoudbaar maken en de sleur van ernstige dwergendialoog doorbreken.
Gelukkig laat THE DESOLATION OF SMAUG ook op visueel vlak niets te wensen over. Alles is groots en de effecten die Jackson door zijn eigen animatiebedrijf Weta Digital uit de computer liet toveren zijn schitterend. Met name Smaug oogt en beweegt precies het hoort, zou het cryptozoölogische wezen daadwerkelijk bestaan. In de lange climax komt het beest ruim aan bod. Het is een broodnodige climax bovendien, want los van de Indiana Jones-achtige scène waarin Bilbo en de dwergen via houten tonnen in een rivier ontsnappen aan elfen en orcs kent de film geen hoogtepunten. Deel 2 moet als meest ondankbare deel uit een filmtrilogie een brug slaan tussen het begin en het eind. Dit deel is zo solide als beton. En net zo saai.