Jayne Mansfield’s Car
Acteur, regisseur en scenarioschrijver Billy Bob Thornton werd naar aanleiding van zijn regiedebuut SLING BLADE (1996) weleens de zuidelijke Orson Welles genoemd. Niet dat hij eenzelfde vernieuwer is als Welles, of met dezelfde flair filmt, maar allebei zijn het self made perfectionisten. Koppige auteurs, met een duidelijke visie waar ze niet vanaf willen wijken. Moeilijk om mee te werken, maar als die visie aanslaat is er niets aan de hand. En na eerder succes als scenarioschrijver van ONE FALSE MOVE (1992) en zowel het commerciële als artistieke een succes van SLING BLADE (Thornton won een Oscar voor zijn scenario) leek er een gouden toekomst in het verschiet.
Bij zijn tweede regieklus ALL THE PRETTY HORSES (2000) ging het echter al mis: studio Miramax, die de Cormac McCarthy-verfilming produceerde, had final cut en bracht een eigen versie uit zonder Thorntons toestemming. Met tranen in zijn ogen schijnt hij de door de filmstudio verknipte versie te hebben gekeken: zijn meesterwerk vernield. Dat nooit meer! Thornton bleef in het vervolg ver van de regiestoel. Tot nu, ongeveer elf jaar later. JAYNE MANSFIELD'S CAR, een met vaste schrijfpartner Tom Epperson geschreven komisch familiedrama, is naar verluid gebaseerd op Thorntons jeugdherinneringen. Thematisch zit er van alles in: generatieconflicten, cultuurbotsingen, onverwerkte trauma's, kritiek op de vercommercialisering van de dood. En dat was misschien iets te veel van het goede.
De film speelt zich eind jaren zestig af, in het zuiden van Amerika. Robert Duvall is Jim Caldwell: een strikte patriarch en veteraan uit de Eerste Wereldoorlog. Een gesloten man die de confrontatie liever vermijdt, maar onderhuids voelt hij de spanningen van de generatiekloof die hem scheidt van zijn drie zoons, gespeeld door Kevin Bacon, Robert Patrick en Thornton zelf. Jimbo (Patrick) leeft nog in de lijn van zijn vader, maar de andere twee zijn wat vrijzinniger: Carroll (Bacon) is een hippie en Skip (Thornton) een opvallend figuur, die door zijn oorlogsverleden lijkt te zijn getraumatiseerd.
Als dat al niet voor genoeg onrust zorgt, blijkt ook nog eens dat de echtegenoot van zijn net overleden ex-vrouw een begrafenis voor haar wil regelen op haar geboortegrond. Zijn hele leven heeft Caldwell al een hekel aan deze Brit, Kingsley Bedford (John Hurt). De hele familie Bedford komt nu uit Engeland over en de twee moeten samen zorg dragen voor de begrafenis.
De misverstanden en conflicten stapelen zich op, waarbij Thornton de clichés niet mijdt. Toch zijn er ook momenten waarop JAYNE MANSFIELD'S CAR tot leven komt: in het samenspel tussen Duvall en Hurt bijvoorbeeld, of in de aparte, maar ontroerende relatie tussen Skip en Bedfords dochter Camilla (Frances O'Conner). Juist in deze kleine, persoonlijke momenten zien we waarin Thornton als regisseur goed is: excentrieke, zonderlinge personages hun menselijkheid geven. Jammer dat ze het in alle generatieconflicten en cultuurbotsingen dit vervolgens weer verliezen.