The Wolverine
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: THE WOLVERINE is in de basis een prima superheldenfilm. Dat ligt deels aan het titelpersonage, want doordat Wolverine ultrasnel geneest is hij amper dood te krijgen en zijn skelet van adamantium-metaal maakt hem onkraakbaar. Die superkrachten maken hem genietbaar nors bovendien. Ook Hugh Jackman doet het voor de zesde keer weer prima als de sigaarkauwende eenling. Regisseur James Mangold heeft zich het stripuniversum goed eigen gemaakt. Waarom is THE WOLVERINE dan alsnog zo vreselijk onbevredigend?
Het antwoord op die vraag plaagt bijna elke grote zomerfilm anno nu: het is verschrikkelijk uitgekauwd. Opnieuw kijken we naar een held die tegen wil en dank wat standaard rapalje verslaat voordat hij tegen een grote, boze eindbaas knokt. Ook is er weer zo'n inwisselbaar verhaaltje dat, net als in de meeste zomertitels, gemakkelijk een half uur te lang voortkabbelt. Het is de reden dat dit stukje filmkritiek op zich al generiek wordt, want bovenstaand commentaar is net zo gemakkelijk toepasbaar op superheldenfilms als MAN OF STEEL, IRON MAN 3 en THE AMAZING SPIDER-MAN.
In de openingsscène van THE WOLVERINE redt held Logan een Japanse soldaat van een nucleaire dood in Nagasaki. Zo'n zeventig jaar later - Logan is dan door zijn genezende krachten amper ouder geworden - wil de soldaat hem bedanken. Hij heeft inmiddels een imperium opgebouwd en is stervende. Logan raakt betrokken in de strijd om zijn nalatenschap, waaraan ook ninja's, samurai en yakuza deelnemen. De Japanse setting wordt ondanks die clichés eervol behandeld; zo is het alleen al prettig dat Japanners onderling in hun eigen taal spreken. Verder giet de regisseur het geheel in een dik aangezette stripsetting en dat is precies wat een film als deze nodig heeft. En het is precies een decor waarin zowel ninja's als samurai áls yakuza perfect passen.
Tussen enkele knappe actiescènes door, met een gevecht op een Japanse kogeltrein als hoogtepunt, wordt er dan alsnog teveel geneuzeld. De liefdesrelatie tussen de kleindochter van de soldaat en Wolverine is even voorspelbaar als oninteressant. Daarnaast heeft Famke Jansen een overbodige rol als dode Jean Grey die de superheld tijdens zijn nachtmerries van oppervlakkige diepgang voorziet. Er zou veel geknipt zijn in hun scènes, maar in de eindmontage was niemand dapper genoeg om haar rol compleet weg te snijden.
Vroeger kocht je voor een paar grijpstuivers een stripexemplaar dat je vervolgens in twintig fantastische minuten uitlas. De week erop herhaalde je het ritueel. Als dit soort films aan de lopende band blijven uitkomen moeten ze net zo compact zijn als die strips waarop ze gebaseerd zijn. Dat ze dan allemaal op elkaar lijken is niet erg, want de kijker weet wat hij kan verwachten: negentig minuten filmisch fast food. Nu moet je voor een duur betaald kaartje wéér twee uur kijken naar formulewerk. In de basis is deze film nog wel vermakelijk, maar als kopie van al die superheldenprenten die hieraan vooraf gingen weet THE WOLVERINE nauwelijks nog te beklijven.