The Hobbit: The Battle of the Five Armies

Regie: 
Peter Jackson
Cast: 
Martin Freeman, Ian McKellen & Richard Armitage
Jaar: 
2014
Duur: 
144 minuten
Genre: 
Fantasy
Waardering: 
2 sterren

Het goede nieuws: met 144 minuten is THE BATTLE OF THE FIVE ARMIES het kortste deel van Peter Jackons absurd lange HOBBIT-trilogie. Maar ook de afsluiter is zo'n film waarvan je tijdens het kijken een vlottere versie kunt monteren in je hoofd. Dit subplot weg, dat personage eruit. Als de in totaal acht uur durende trilogie tot twee uur gereduceerd zou worden, en dat is te doen, houd je best een aardige avonturenfilm over.

In AN UNEXPECTED JOURNEY ging de Hobbit Bilbo (Martin Freeman) met tovenaar Gandalf (Ian McKellen) en een onuitstaanbare boel dwergen op weg naar de Lonely Mountain, om daar de Arkenstone te stelen van de draak Smaug (Benedict Cumberbatch). In THE DESOLATION OF SMAUG kwamen ze eindelijk aan. Die film eindige onheilspellend: Smaug vloog richting het nabijgelegen Lake Town, om daar de bevolking uit te roeien als wraak voor de verstoring van zijn rust. “What have we done?” vroeg Bilbo.

Nou, dat viel nog best mee: Smaug verwoest Lake Town, maar wordt uitgeschakeld voordat de titel in beeld verschijnt. Rouwende nabestaanden van zijn slachtoffers zien we niet; zijn er überhaupt veel doden gevallen? De enige van wie we zeker kunnen zijn, is de corrupte burgemeester (Stephen Fry), die door de neerstortende draak verpletterd wordt. Zo eindigt de groots aangekondigde terreur van Smaug met een lachmomentje.

Daarna kan het echte verhaal beginnen. Bilbo en de dwergenmassa zitten in de berg, waar dwergenleider Thorin (Richard Armitage) verandert van een nobele, eerlijke held in een hebzuchtige agressieveling. Hij weigert de schat van Smaug zoals beloofd te delen met de bevolking van Lake Town. Het aloude gegeven dat goud corrumpeert wordt nog een aantal keer door Gandalf (Ian McKellen) benadrukt, want als het op karakterontwikkeling doet Jackson niet aan show, don't tell.

Ook is er de menselijke held Bard (Luke Evans), die Smaug verslaat, een volwaardig subplot lijkt te krijgen, en vervolgens halverwege de film verdwijnt. Misschien maakt de extended edition zijn verhaallijn af, maar ik heb weinig interesse dat te gaan ontdekken, want hij is een saai figuur: dapper, sterk, nobel en niet meer dan dat.

De romance tussen dwerg Kili en elf Tauriel, een voor de films bedachte toevoeging die het dieptepunt vormde van THE DESOLATION OF SMAUG, zorgt ook hier weer voor ideale momenten om naar de wc te gaan. De enkeling die echt geïnteresseerd is in hun verhaallijn, zal de afloop ervan misschien op prijs stellen, want Jackson neemt de tijd voor clichématige tranentrekkerij.

Een groter probleem dan de aanwezigheid van al die saaie helden, is de afwezigheid van een goede schurk. Azog, de orkenleider en voornaamste antagonist, heeft niet half de dreiging van een willekeurige Uruk-Hai uit de LORD OF THE RINGS-serie – vooral omdat deze CGI-creatie nu eenmaal minder overtuigend is dan de make-up-monsters uit de eerdere trilogie.

Het leukste personage blijft Bilbo (Martin Freeman), de zacthaardige Hobbit die gedurende de trilogie steeds heldhaftiger is geworden. Als het enige hoofdpersonage dat nauwelijks kan vechten, moet hij keer op keer zijn boerenverstand gebruiken om zichzelf te redden. Bilbo mag een eenvoudig mannetje zijn met simpele wensen, als hij in nood is komt hij snel met inventieve oplossingen. Manipulatief en sluw, maar eerlijk en gul, vormt hij het menselijke hart van de trilogie. Jammer dat hij in de grote slag uit de titel een te kleine rol speelt.

Die slag, tussen dwergen, orcs, elven en mensen, neemt een uur van de film in beslag, en Jackson doet zijn best zichzelf in spektakel te overtreffen. Hij filmt vlotte vechtscènes met sierlijke choreografie in kleurrijke, overzichtelijke shots. Helaas maakt hij iets te gretig gebruik van de vrijheid die CGI hem geeft: sommige personages zijn in staat tot zulke absurde stunts, dat je zelden het gevoel krijgt dat ze in enig gevaar verkeren. Het zijn digitale poppetjes die gewichtloos rondspringen en altijd op hun voeten landen. Visuele esthetiek gaat boven spanning.

In THE FELLOWSHIP OF THE RING zagen we de aanval bij Amon Hen: een kleine groep Uruk-Hai tegen het Genootschap. De choreografie is niet gelikt, maar ruig en hard. De Uruk-Hai zijn  acteurs en stuntmensen, waardoor hun aanwezigheid overtuigt. En de betrokkenen zijn sympathieke personages, die je het gunt te overleven. Dit relatief kleine en korte gevecht maakt thuis op televisie meer indruk dan de hele Slag van Vijf Legers in de bioscoop.

Toen wilde Jackson ons nog een boeiend verhaal vertellen. Nu neemt hij ons mee naar pretpark Middle Earth, waar de ritjes nu nog sneller en hoger gaan, en de decors met nog meer oog voor detail in elkaar zijn gezet. Jacksons ambitie om een zo compleet mogelijke trilogie te maken, heeft geleid tot drie logge, saaie films, waarin niets aan de fantasie overgelaten wordt. THE BATTLE OF THE FIVE ARMIES is iets beter dan de eerste twee. Maar dat zegt weinig.