De grote Zwaen

Regie: 
Max Porcelijn
Cast: 
Peter van de Witte, Ton Kas & Michiel Romeyn
Jaar: 
2015
Duur: 
110 minuten
Genre: 
Nederland
Waardering: 
4 sterren

In 2012 maakte Max Porcelijn veel indruk met zijn regiedebuut PLAN C. Een donkere misdaadkomedie waarin Ruben van der Meer als gokverslaafde mislukkeling een tot falen gedoemde overval beraamt. Met z’n fijne tweede film DE GROTE ZWAEN keert de regisseur/scenarist terug naar datzelfde genre. Ditmaal is het de pretentieuze schrijver Gerard F. Zwaen (cabaretier Peter van de Witte) die in een absurd misdaadplot belandt wanneer hij per toeval een zak geld vindt van een Amsterdamse gangsterbaas.

En dat geld kan de geplaagde schrijver goed gebruiken. Want al tijden kampt Zwaen met slechte verkopen en teruglopende inkomsten. Financiële zorgen doemen aan de horizon. Helemaal nu hij ook nog eens in scheiding ligt met zijn vrouw (Eva Duijvenstein) die als succesvol psychologe de hoofdverdiener was van de twee. Dus wanneer Zwaen z’n boekhouder samen met twee criminelen dood aantreft in een vakantiehuisje, vraagt hij zich niet af wat er gebeurd is, maar merkt hij meteen de geldtas op die naast het tafereel ligt. Als hij daar nu eens een klein beetje van pakt. Dat zal niemand missen toch?

Dat loopt natuurlijk helemaal anders. Want voor de schrijver er erg in heeft, wordt hij door een bont gezelschap criminelen en al dan niet corrupte rechercheurs achtervolgt– en groeit de situatie hem helemaal boven het hoofd.

DE GROTE ZWAEN is een knappe film, en net als PLAN C buiten het reguliere financieringssysteem om gemaakt. Beiden passen dan ook niet echt in een hokje. Geen arthouse, maar ook geen publieksfilm. Niet echt een thriller, maar ook geen komedie. De film is ‘begin jaren negentig’ gesitueerd, maar heeft niet de pretentie een tijdsbeeld te schetsen. Dankzij een ijzersterk script vol scherpe dialogen en typisch taalgebruik, weet Porcelijn een lekkere balans tussen al die genres te vinden, en laat hij de uit-de-hoogte-schrijver in een webachtig plot verstrikken, waarin iedereen elkaar te slim af denkt te zijn - maar elkander daardoor ook steeds verder in het nauw drijft.

Porcelijn voert wederom ook een keur aan eigenaardige personages op, gespeeld door veelal dezelfde acteurs als uit zijn debuutfilm. Ruben van der Meer keert terug als bebaarde detective, Ton Kas is een slinkse FIOD-recherceur, Rene van ‘t Hof de net iets te aardige uitgever en een hilarische Michiel Romeyn speelt de onderkoelde gangsterbaas. Elke acteur is een feest om naar te kijken, maar de grote ster is nieuwkomer Peter van de Witte, die Zwaen neerzet als iemand die zich de smartest guy in the room want, maar langzaamaan als een pretentieuze lafbek ontmaksert wordt. En dan blijkt die grote schrijver, ook gewoon een mens te zijn.

 

 

De grote Zwaen